Frits van der Berg, onderzoeker van het RIVM, heeft gemakkelijk praten. Je mag je afvragen of het RIVM Überhaupt zelf ooit wel eens onderzoek heeft gedaan naar laag frequent geluid veroorzaakt door windmolens. Volgens hem blijkt uit wetenschappelijke literatuur onderzoek door het RIVM dat bij wonen in nabijheid van windmolens inderdaad klachten als slapeloosheid, stress en hartklachten kunnen voorkomen.
Maar benadrukt hij daarbij dat het ook met andere dingen te maken heeft zoals stress en bijbehorende klachten veroorzaakt door het ‘ingewikkelde proces’ rond de bouw van een windpark, ‘verandering van het landschap’, het zich ‘niet gehoord voelende’… en geeft hij aan dat, volgens hem, het aan de politiek is wat aanvaardbare overlast is. Is dat dan niet aan de omwonenden en het RIVM om dit te bepalen?
Maar waar gaat het eigenlijk over?
We hebben het over Laagfrequent geluid (LFg). Dat is geluid met een frequentie beneden de 200 Hertz. Hoe lager de frequentie, hoe verder het geluid reikt, en hoe harder het geluid moet zijn om het te kunnen waarnemen. Geluid van lager dan 20 Hertz is voor een mens in principe onhoorbaar, maar kan wel voelbaar zijn. Voor veel mensen is laagfrequent geluid niet direct waarneembaar. Maar degenen die het wel waarnemen kunnen daar veel last van hebben. We hebben het hier dan over ca. 8% van de Nederlandse bevolking, oftewel 1.3 miljoen mensen. Zij hebben mogelijk gezondheidsklachten, zoals slapeloosheid, stress en hartklachten. Bij Windpark N33 in Groningen zijn tonen gevonden – aangetoond tussen de 40 en 50 Hertz.
Laagfrequent geluid is tussen 20 en ongeveer 200 Hz en de golflengte varieert tussen 1,7 m (200 Hz) en 17 m (20 Hz) (m = meter per seconde voortplantingssnelheid). De lange golflengte maakt het moeilijker om lage frequenties te dempen dan hogere, en laagfrequente geluiden kunnen daarom gemakkelijker door muren, plafonds en vloeren worden verspreid. De slechtere demping van laagfrequente geluiden betekent ook dat het geluid op zeer grote afstanden van de bron kan worden waargenomen, b.v. vanuit een aangrenzende kamer of van buiten. Van een geluid dat ver is gereisd, blijft dus alleen het geluid op de laagste frequenties. De donder kan b.v. klinkt als een geweerschot van dichtbij en als een gerommel in de verte. (bron: Zweedse RIVM)
Wanneer geluid wordt gedomineerd door lage frequenties, beïnvloedt het mensen meer dan andere geluiden, op hetzelfde gewogen niveau. Blootstelling kan vermoeidheid, irritatie, hoofdpijn, concentratiestoornissen en slaapstoornissen veroorzaken. De symptomen en problemen kunnen zelfs optreden bij relatief lage geluidsniveaus, in lijn met de normale gehoordrempel. (bron: Zweedse RIVM)
Naast het geluidsniveau is de aard van het geluid van groot belang voor hoe een geluid wordt ervaren en welke effecten het teweeg kan brengen. Geluiden ontstaan meestal in zeer complexe processen en het kan daarom moeilijk zijn om het geluid te beschrijven met een eenvoudige naam, maat of een meetnummer. De variatie van het geluid in de tijd kan bijvoorbeeld worden omschreven als continu, onderbroken of een impulsgeluid. Het karakter kan worden aangetoond met bijvoorbeeld frequentieverdeling, herkennen van zuivere tonen, modulaties (ritmische veranderingen in het geluid) en impulsgeluiden, de verdeling van geluid over de tijd (dag, avond, nacht, dag, week en jaar), het aantal geluidsgebeurtenissen en de duur van individuele geluidsgebeurtenissen.
“ALLES” weten over Laag Frequent geluid (LFg), en tevens een voorbeeldbrief voor huisarts / specialist, adressen voor LFg metingen, maskering en adviezen et cetera? Neem dan een kijkje op www.laagfrequentgeluid.nl.
Ook geeft een zoekopdracht tussen aanhalingstekens “Wind Turbine Noise Effects on Sleep” in Google ruim 6000 relevante hits waarin allerlei wetenschappelijke onderzoeken langs komen m.b.t. de gezondheid en welzijn van omwonenden.
0 reacties