Echt ‘in het nieuws’ is het niet geweest, echter is er per 1 januari 2020 een nieuwe UWV – WW regeling Onwerkbaar Weer. In de ‘volksmond’ ook wel Vorstverlet genoemd. Lees hieronder de brief welke de 2e kamer hierover heeft ontvangen van Minister Koolmees.
Hierbij tevens een link naar het UWV voor het maken van een Onwerkbaar Weer melding:
https://www.uwv.nl/werkgevers/formulieren/aanvragen-ww-uitkering-onwerkbaar-weer.aspx
Op 1 januari 2020 treedt de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) in werking. Onderdeel van de Wab is WW-premiedifferentiatie naar de aard van het contract. De hoogte van de WW-premie die werkgevers afdragen hangt vanaf dan af van de arbeidsovereenkomst die is aangegaan en niet langer van de sector waarin men actief is.
De WW-sectorfondsen, waaruit de eerste zes maanden van de WW werden gefinancierd, komen dan te vervallen. Het vervallen van de sectorfondsen heeft gevolgen voor WW-uitkeringen wegens onwerkbaar weer. Het bepalen bij cao van de precieze voorwaarden waaronder aanspraak gemaakt kan worden op WW is dan niet langer logisch. De ene cao zou bijvoorbeeld kunnen kiezen voor één wachtdag alvorens bij vorst aanspraak gemaakt kan worden op een WW-uitkering en de andere cao voor een wachtperiode van twee weken.
In het huidige stelsel is die keuze van invloed op de hoogte van de sectorpremie, maar in het nieuwe stelsel heeft die keuze, die niet voor alle werkgevers en werknemers geldt, enkel effect op de AWf-premie die door alle werkgevers wordt afgedragen. Het ligt daarom voor de hand dat sectoren die te maken hebben met onwerkbaar weer op termijn allemaal zullen kiezen voor nul wachtdagen.
Uw Kamer heeft daarom bij de behandeling van de Wab verzocht om in overleg met sociale partners een uniforme wachttijd in te voeren (Motie Bruins-Heerma, Kamerstukken II 2018/19, 35074, nr.52). Na overleg met sociale partners heb ik besloten een wachttijd van twee dagen in te voeren. Voor onwerkbaar weer wegens langdurige regen geldt een wachttijd van 19 dagen. Na de wachtdagen geldt een uitzondering op de loondoorbetalingsplicht van de werkgever, waardoor met inachtneming van de betreffende cao een beroep op een WW-uitkering kan worden gedaan wegens buitengewone natuurlijke omstandigheden.
De wachttijd geldt vanaf 1 januari 2020, het moment waarop de Wab in werking treedt en de sectorfondsen zijn vervallen. Werkgevers dienen dagelijks een melding te doen van het onwerkbare weer bij UWV. UWV controleert aan de hand van KNMI-gegevens of de gemelde onwerkbare weersomstandigheden zich daadwerkelijk voordoen en zal op mijn verzoek, gezien de schaarse handhavingscapaciteit, steekproefsgewijs controleren of er inderdaad geen werkzaamheden worden verricht. Het concept van de regeling is bij deze brief gevoegd ter informatie.
De wachttijd wordt ingevoerd door middel van de Regeling onwerkbaar weer. De door mijn voorganger aangekondigde Calamiteitenregeling, waarmee de regeling onwerkbaar weer wordt samengevoegd met de werktijdverkortingsregeling, kan nog niet in werking treden.
De Calamiteitenregeling beoogt de verschillen tussen beide regelingen weg te nemen en de handhaafbaarheid te verbeteren. Beide regelingen zien namelijk op het verstrekken van een WW-uitkering in geval van buitengewone niet-economische omstandigheden, maar verschillen behoorlijk in voorwaarden.
Aanvankelijk werd de Calamiteitenregeling nog niet ingevoerd, omdat gezocht werd naar een balans tussen de wensen voor maatwerk van sociale partners enerzijds en de mogelijkheden voor uitvoerder UWV anderzijds. Inmiddels heeft UWV de beschikbare capaciteit nodig voor andere opdrachten, waaronder de uitvoering van de compensatie van de transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging, waardoor er op dit moment geen capaciteit beschikbaar is voor de invoering van de Calamiteitenregeling.
De Calamiteitenregeling kan daardoor niet eerder in werking treden dan in de winter van 2021-2022. Wel is ervoor gekozen om voor de Regeling onwerkbaar weer een nog niet in werking getreden grondslag die voor de Calamiteitenregeling die gecreëerd is in de Wet werk en zekerheid met ingang van 1 januari 2020 in werking te laten treden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
0 reacties