De wetgever is duidelijk in hoe en wat men dient te gebruiken bij het werken op hoogte, zie hiervoor Artikel 3.16. Voorkomen valgevaar, met de tekst: Bij het verrichten van arbeid waarbij valgevaar bestaat is zo mogelijk een veilige steiger, stelling, bordes of werkvloer aangebracht of is het gevaar tegengegaan door het aanbrengen van doelmatige hekwerken, leuningen of andere dergelijke voorzieningen.

Met andere woorden, het werken op ladders en/ of trappen dient zoveel als mogelijk te worden vermeden. Verder is mede van toepassing dat er alleen een bepaald aantal uren per dag op een ladder/ trap mag worden gewerkt.

De maximale sta-tijd van de ladder is 4 uur. Hierdoor moet de sta-tijd minder dan 4 uur bedragen. Er mag niet meer kracht uitgeoefend worden dan 100 N (10 kg) De reikwijdte mag niet meer dan een armlengte zijn.

Artikel 7.23a. Specifieke bepalingen betreffende het gebruik van ladders en trappen zegt het volgende:

  • 1 Ladders en trappen worden zodanig geplaatst dat bij gebruik hun stabiliteit altijd is gewaarborgd. In ieder geval worden hiertoe de volgende, zo nodig gecombineerde, maatregelen genomen:

    • a.de steunpunten van draagbare ladders en trappen rusten op een stabiele, stevige en onbeweeglijke ondergrond van voldoende omvang, zodat de sporten horizontaal blijven;

    • b. het wegglijden van de voet van draagbare ladders en trappen tijdens het gebruik wordt tegengegaan door een van de volgende, zo nodig gecombineerde, maatregelen:

      • 1°.het vastzetten van boven- of onderkant van de ladderbomen;

      • 2°.een adequate antislipinrichting;

      • 3°.een andere, even doeltreffende maatregel;

    • c. toegangsladders steken tenminste 1 meter uit boven het toegangsniveau, tenzij andere voorzieningen een veilig houvast mogelijk maken;

    • d. verrolbare ladders en trappen worden vastgezet voordat zij worden betreden; of

    • e. hangladders worden stevig vastgemaakt en, met uitzondering van touwladders, zodanig dat zij niet kunnen verschuiven en dat heen en weer zwaaien wordt vermeden.

  • 2 Bij gebruik van ladders en trappen hebben werknemers altijd veilige steun en houvast. In ieder geval worden hiertoe de volgende, zo nodig gecombineerde, maatregelen genomen:

    • a. het met de hand dragen van lasten op een ladder of een trap mag in geen geval een veilig houvast belemmeren;

    • b. hangladders worden stevig vastgemaakt en, met uitzondering van touwladders, zodanig dat zij niet kunnen verschuiven en dat heen en weer zwaaien wordt vermeden; of

    • c.de verschillende delen van meerdelige ladders en schuifladders verschuiven niet ten opzichte van elkaar tijdens gebruik.

Zie ook: https://www.arboportaal.nl/onderwerpen/werken-op-hoogte/wat-zegt-de-wet-over-werken-op-hoogte

    Ontdek meer van Arbostart.nl

    Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

    Lees verder